Cameco
‘In Dokkum rijdt een trekker die je nergens anders in Nederland ziet’. Als je zo’n tip van iemand krijgt, dan staat de reactie bij voorbaat vast: er op of. Het blijkt een ‘dikke Amerikaan’ te zijn met als merknaam Cameco. Dit kanon met (187 kW) 250 pk motorvermogen is in het bezit van bulldozerbedrijf E. Visser & Co. Ze blijken ook nog een tweede te hebben.
In de gangbare landbouw is Cameco een onbekend merk. Dat geldt voor Nederland, maar ook voor de andere Europese landen. Op zich is dat geen wonder. Cameco uit Thibodaux, in de Amerikaanse staat Louisiana, vindt zijn oorsprong in de suikerriet,cultuur. Die zoetstof bron kennen we in Europa nauwelijks, vandaar dat je ook de naam Cameco weinig of niet tegenkomt. Uit de suikerriet verwerking zijn de trekkers voortgekomen. Een tweede reden voor onbekendheid in Europa is dat Cameco trekkers maakt vanaf 108 kW (145 pk). Voor boer en loonwerker dus niet bepaald een trekker serie die binnen het normale ‘activiteiten pakket’ valt. Een derde reden is dat Cameco in ons land weliswaar een importeur heeft (Cameco Industries BV in Lelystad), maar geen dealers. Dat is ook niet de bedoeling. De vestiging in Lelystad fungeert meer als een handelsonderneming.
Grondverzet
Cameco biedt de trekkers aan binnen de produktlijn van ‘landreclamation’. Vrij vertaald: grondverzet. Cameco ziet de trekkers in samen hang met scrapers of kilverbakken die erachter hangen. De Cameco’s worden omschreven als industriële trekkers. Dit wil zeggen dat een aantal zaken die voor boer of loonwerker van elementair belang zijn, ontbreken. Dat is het geval met de aftakas en een trekkracht regeling op de hef. Centraal in de ‘industriële filosofie’ staan een hoog motorvermogen en de mogelijkheid om dat vermogen effectief op de grond over te brengen. Zonder dubbellucht zul je Cameco trekkers dan ook niet tegenkomen. Ook een zo hoog mogelijk eigen gewicht behoort tot de filosofie. Daaraan wordt ruimschoots voldaan. De 405 weegt ruim 14 ton. Het frame van de trekker bestaat uit 19 mm plaatstaal. Een spatbord van 10 mm dik komt op een landbouwtrekker nogal curieus over, maar op een Cameco niet.
Tot 360 pk
Cameco bouwt zes trekkertypen die in vermogen uiteenlopen van 108 tot 268 kW (145 tot 360 pk). Ze luisteren naar de type aanduidingen 235,315,345,345 Variable, 405 en 505. Alle zes typen hebben een motor van Caterpillar en een automatische transmissie van Allison. Een uitzondering hierop vormt het lichtste type, de 235, die in plaats van een automaat van Allison een powershift heeft van Clark. De Allison transmissie heeft als bijzonderheid dat de trekkerbestuurder het bereik van de vijfversnellingen automaat in kan stellen: van 2 tot 5, van 2 tot 4 of 2 en 3. In 1 en 2 is de automaat uitgeschakeld. In het hoge toerenbereik is dan een zogenoemde ‘direct drive lock-up’ actief: deze zet ook de vloeistofkoppeling buiten werking, waarop de kracht van de motor zo efficiënt mogelijk naar de wielen wordt overgebracht. Het type 345 Variabele heeft een ‘instelbaar motorvermogen’. Om overbelasting van de aandrijflijn tegen te gaan , is het maximum beschikbaar motorvermogen in de lage versnellingen 200 pk en in de hogere 250.
Toeval
Het bulldozerbedrijf E. Visser & Co kwam in contact met Cameco doordat men ten behoeve van grondverzet op zoek was naar een zware combinatie van twee scrapers. Cameco had en heeft die. De gebroeders Lieuwe en Pieter Visser wilden die combinatie door een Caterpillar rupstrekker laten voortbewegen, maar Cameco stelde voor hun trekker te proberen. Dat voorstel pakte goed uit. Zo goed zelfs dat er korte tijd later een tweede 405 in Dokkum arriveerde. De beide trekkers houden zich uitsluitend bezig met grondverzet, diepploegen en diepwoelen. Ten behoeve van het grondverzet wordt er gewerkt met de genoemde combinatie van twee scrapers. De totale lengte van die combinatie is 18 m. Bij een werkbreedte van 4 meter kan er in een keer 18 kubieke meter grond meegenomen worden.
Vaste bemanning
Jan Coenrades is een van de twee vaste chauffeurs van de Cameco’s. Toen ik het bedrijf van Visser bezocht, legde hij de laatste hand aan een project in Oudebildtzijl, aan de Waddenzeekust ten noordwesten van Leeuwarden. Met een zeer zwaar kilverbord van zes meter breed, bracht hij een natuurlijke afwatering aan op een perceel dat voorheen gediepploegd en geëgaliseerd was. Jan Coenrades: ‘Alles went, ook het rijden op deze enorme trekkers. Na veertien dagen is het gewoon’. En dan, zichzelf corrigerend: ‘Alhoewel het toch ook een kick geeft, dat stoeien met 250 pk motor vermogen. Op de openbare weg is het wel spannend met zo’n gevaarte van ruim vier meter breed.’
Gepubliceerd in het vakblad “Trekker”